Rail Away

De Schotse Hooglanden vormen het decor van de treinreis met de Far North Line door het hoge noorden van Schotland. Het is de noordelijkst gelegen spoorlijn van Groot-Brittannië. De reist gaat langs indrukwekkende natuurgebieden, uitgestrekte moerassen, langs whiskydistilleerderijen en komt op plekken die nog steeds getekend zijn door de roerige geschiedenis. Veel reizigers maken gebruik van het spoor om door te reizen naar de Orkney-eilanden. Als er een ding duidelijk wordt, is het wel dat er geen mooiere manier is om Schotland te leren kennen dan vanuit het treinraam.

Dunrobin Castle is het vertrekpunt van de reis naar Thurso in het uiterste noorden. Een reis door soms lieflijk, dan weer grillig en ruig gebied. De aanleg van het spoor door dit uitgestrekte, moerassige gebied was een behoorlijke uitdaging voor de negentiende-eeuwse spoorbouwers. Onderweg passeert de trein de Flow Country, een uitgestrekt veenmoeras, dat alleen op koudere plaatsen voorkomt waar veel regen valt. Als een deken bedekt het moeras hier de hooglanden. Het bijzondere ervan is dat het CO2 kan opslaan. In het plaatsje Thurso, de eindbestemming van deze rit, gaat de reis naar de overkant, naar de prachtige Orkney-eilanden.

Vanaf Beieren gaat de reist met de Waldbahn door 'Beiers Canada' naar de hoogste berg van de regio, de Großer Arber. Daarna door naar Bayerisch Eisenstein, een grensstation precies aan de rand van het voormalige IJzeren Gordijn tussen Duitsland en Tsjechië. Midden in het stationsgebouw is te zien waar die grens liep. Een kleine expositie houdt de herinnering levend aan de tijd dat een hek met 6000 volt spanning erop de Duitsers en de Tsjechen van elkaar scheidde. Vanuit het station van de 'glasstad' Zwiesel voert een laatste sneeuwrijke rit dwars door en langs het Beierse Woud naar het plaatsje Grafenau.

De reist begint in de trein in het vissersdorpje Cobh. Via het spoor stapten vele Ieren hier op de boot naar Amerika. Op de vlucht voor de armoede in eigen land beproefden ze hun geluk aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. Het was ook de laatste aanlegplaats van de Titanic. Langs het water gaat de reis verder naar Cork. De eindbestemming van deze treinreis is Killarney, bekend van onder meer het kasteel in het Nationale Park van Killarney. Killarney is ook het startpunt voor een autorit langs de 179 kilometer lange Ring of Kerry. Een rit door mistbanken en zonneschijn langs baaien en de kust met prachtige vergezichten over het water.

Door de vallei van de rivier de Doubs in de Franse Jura gaat de treinlijn die van grote historische betekenis was en is: de klokkenmakerslijn, de Ligne des Horlogers. De spoorroute is 75 kilometer lang. De hele treinrit duurt ruim anderhalf uur en eindigt in het Zwitserse La Chaux-de-Fonds. In de jaren daarvoor waren er de nodige verdragen getekend om de spoorverbinding tussen de twee landen mogelijk te maken. De trein passeert het plaatsje Gilley in het grondgebied van de onafhankelijke Republiek van de Saugeais. Deze micronatie wordt door geen enkel ander land erkend, maar het heeft wel een eigen hoofdstad, vlag, volkslied en president.

De treinreis begint in Bilbao, ooit een klein vissersdorpje aan de kust. De oude binnenstad is nu een hippe woonbuurt. Bilbao ligt ook op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela. Op het station Bilbao La Concordia gaat de reis verder met een trein van de nationale spoorwegmaatschappij Renfe. Voor een rit van bijna acht uur die hier in Baskenland begint. De Robla Railway, zoals deze treinroute heet, is een smalspoortraject, dat geschikter is in bergachtig gebied. Aanvankelijk was het spoor bedoeld voor het vervoer van kolen, maar nu wordt de trein met name gebruikt gebruikt door forenzen en toeristen.

De reis begint in de prachtige oude binnenstad van León, een stad van meer dan tweeduizend jaar oud en een belangrijke halte op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela. De trein rijdt niet hard en zal de nodige meters moeten klimmen om deze route over de pas van Pajares te kunnen afleggen. De trein is op weg naar Mieres in de regio Asturië. De route begint in de havenstad Ribadesella aan de Spaanse noordkust. Door de invloed van zowel de oceaan als de bergen heeft dit deel van Spanje een maritiem klimaat, waardoor het zomers niet zo warm is en er valt aanzienlijk meer regen in deze streek. Vandaar ook de naam Costa Verde, de groene kust.