Freek Vonk voelt zich op het Afrikaanse Madagaskar soms net een ontdekkingsreiziger. En dat is niet zo gek, want de natuur heeft op dit eiland veel verrassingen in petto. Zo groeien hier heel veel baobabbomen die ook wel 'ondersteboven bomen' worden genoemd. Freek laat zien waarom deze reuzen zo heten. Tijdens een expeditie in het bos ziet hij over de takken een ware acrobaat balanceren: de sifaka.

De natuur slaapt nooit, eigenlijk is het een soort 24 uurseconomie in de jungle van het Afrikaanse Madagaskar. Wanneer het ene dier wakker wordt, gaat het andere dier weer slapen. Freek Vonk wordt tijdens een tocht meteen getrakteerd op een panterkameleon die met zijn katapulttong op jacht is naar een lekker hapje. Wanneer de avond valt, gaat Freek niet slapen, maar gewapend met een hoofdlamp de duisternis in op zoek naar nachtdieren.

Freek vaart in een kano door de jungle van het Afrikaanse Madagaskar. Onderweg ontmoet hij de beroemdste bewoner van het eiland: de ringstaartmaki. Deze halfaapjes genieten gezellig samen van het ochtendzonnetje en begroeten Freek enthousiast. Voordat hij het weet zitten deze vriendelijke vrienden op zijn schouders. Verderop ziet hij nog meer maki's, dit keer grote zwart-witte pluizenbollen met een hele lange staart. Dit blijken bonte maki's te zijn.

Freek verlaat het vaste land van Belize in Midden-Amerika en reist per boot langs de eilandjes in de Caribische Zee. Onder water ontdekt hij een compleet nieuwe wereld. Er zwemmen enorme scholen tropische vissen langs het kleurrijke koraal. Ook wordt Freek verrast door een ontmoeting met een grote en vriendelijke groene zeeschildpad.

Freek is in Belize in Midden-Amerika waar hij wel een heel luidruchtig dier treft: de brulaap. Het gebrul van deze aap is kilometers ver te horen. Terwijl Freek zich met een machete een weg door de jungle baant, vindt hij antwoord op de beroemde vraag: waarom zijn bananen krom? Na een lange hete tocht is de rivier de perfecte plek om af te koelen.

Freek lijkt wel in een sprookje van Duizend-en-een-nacht te zijn beland. In de eindeloze woestijn van Jordanië voelt het als een fata morgana, maar het is echt, ineens staat Freek in een oase. En klein stukje groen met dadelpalmen die ervoor zorgen dat dieren toch kunnen overleven. Hier trekt de bekendste bewoner van de woestijn in een karavaan voorbij: de dromedaris. Maar wat zit er eigenlijk in die bult?

Op de Afrikaanse savanne zijn dieren van dezelfde soort soms zo dol op elkaar dat ze het liefst de hele dag bij elkaar in de buurt blijven. Freek ontdekt in Kenia dat kuddedieren allemaal trucjes hebben om elkaar niet kwijt te raken en te herkennen. Zo rent een kudde impala's altijd dezelfde richting op en lijkt iedere zebra in de kudde misschien op elkaar, toch hebben ze allemaal een unieke streepjescode.

Madagaskar is een heel groot eiland voor de kust van Afrika. De dieren die hier wonen zijn zo anders dan op het vaste land van het continent. Bijna alle eilandbewoners zijn endemisch en komen nergens anders ter wereld voor. Freek is supernieuwsgierig en volgt het keiharde gegil van een voor hem onbekend dier, de indri. Wanneer de duisternis valt ontdekt hij nog een gigantisch goed gecamoufleerde slang in een boom.

Nergens anders ter wereld komen zoveel vreemde hagedissen voor als op Madagaskar. Deze reptielen zijn de koningen onder de camouflage en dus niet heel makkelijk te vinden. In het regenwoud ontdekt Freek hele gekke gekko's die bijna op een stukje boomschors lijken. Ook is Freek gek op kameleons. Deze reptielen heb je hier in alle soorten en maten. Kameleons kunnen communiceren door van kleur te veranderen.

Freek vindt in de jungle van Belize in Midden-Amerika een open plek waar allemaal kleine holletjes zijn gegraven. Wie zou hier wonen? Het wachten wordt beloond, want er komt een enorme vogelspin uit gekropen. Ook onder het wateroppervlak verschuilen zich allerlei dieren. Overdag lijkt de rivier nog gemoedelijk, maar zodra de nacht valt, blijkt het hier vol te zitten met gevaarlijke krokodillen.

In Belize barst het van de leguanen in allerlei soorten van maten. Op zijn zoektocht door de jungle vangt Freek een zwarte leguaan die wel wat weg heeft van een draakje. Deze leguaan blijkt niet eenzaam te zijn, hij heeft een heel harem van vrouwtjes om zich heen verzameld. En dat niet alleen, ook heeft hij een vervelende verstekeling: een teek. Gelukkig kan Freek de leguaan bevrijden van deze parasieten.

Middenin de woestijn van Jordanië doemt een gigantisch meer op: de Dode Zee. Dood? Zo goed als, want het water is superzout, zo zout dat je er gewoon in blijft drijven. Dat test Freek zelf door een duik te nemen. Aan de oever van de Dode Zee leven heel veel dieren. Wie goed naar de steile rotsen tuurt, ontdekt van alles: van Arabische en Nubische steenbokken tot giftige schorpioenen.

Het woestijnleven is misschien niet gemakkelijk, maar de evolutie heeft ervoor gezorgd dat veel dieren zich in de loop der tijd hebben aangepast aan dit harde bestaan. Zo kan de Perzische wilde ezel wel drie dagen zonder eten of drinken. Ook ontdekt Freek trucjes van de bleke agaam en de Arabische oryx om af te koelen op het heetst van de dag of juist warm te blijven tijdens koude woestijnnachten.

Holen zijn een favoriete verstopplek van veel dieren. Gelukkig weet Freek wel waar hij ze moet zoeken in Namibië. De radslagspin is zo'n dier, in de woestijn graaft hij een diep hol tot een halve meter diep en bouwt een deurtje van spinnenrag. Freek heeft geluk, want de radslagspin is thuis. Verder vindt hij een hol waar de aardwolf een middagdutje doet en later volgt hij het geluid van lachende hyena's die juist in de nacht hun hol verlaten om op jacht te gaan.

De onderwaterwereld van Belize herbergt vele monsters en mysteries. Freek gaat op zoek naar de geheimen van de Caribische zee. Er schijnen in het rif grotten te zijn waar haaien zich in grote groepen verzamelen. Verderop grazen reusachtige monsters in de verte op de zeebodem. Wanneer Freek dichterbij komt, blijken het hele vriendelijke reuzen te zijn: zeekoeien. Deze sierlijke dieren werden vroeger ook wel voor zeemeerminnen aangezien.

In de jungle van Belize barst het van de vreemde vogels. De eerste die Freek tegenkomt is de schuitbekreiger. Deze kleine roofvogel heeft een hele grote bijzondere snavel die nog het meeste weg heeft van een boot. Freek komt tot de ontdekking dat de vreemde vogels van Belize niet alleen maar vogels zijn. Zoals het pindahoofd-insect en de modderschildpad met zijn eigen anti-inbraaksysteem.

Van alle werelddelen is Afrika toch wel het favoriete continent van Freek. Hij reist naar de jungle van Gabon waar geluidsman Bassie heel bang aan het ontbijt zit, omdat hij een slang heeft gevonden in het kamp. Op de uitgestrekte savanne van Kenia krijgt Freek met zijn verrekijker een wel hele rare vogel in het vizier. Tot slot weet Freek in Namibië een prachtig luipaard op te sporen. Dit lijkt een uit de kluiten gewassen kat die je het liefst zou willen knuffelen, maar Freek kan beter niet te dichtbij komen.

Freek is in winters Zweden. Het is erg koud en de bossen zijn bedekt met een dikke laag sneeuw. Op een sneeuwscooter gaat Freek de natuur in en onderweg stuit hij op verschillende sporen. Hij staat oog in oog met de koning van het woud: de eland. Maar Freek belandt ook bij een beverburcht en een plek waar wel heel vreemde vogels om de vrouwtjes vechten.

Vanuit een speciale observatiehut gaat Freek op zoek naar bruine beren die net een beetje ontwaken uit hun winterslaap. Maar Freek begeeft zich ook op glad ijs. Want veel meren zijn bevroren, het ijs is soms wel een meter dik. IJsvissen is heel populair in Zweden om in de strenge winter toch aan verse vis te komen. In een zelfgemaakt wak gooit Freek zijn hengel uit. Maar hij besluit ook een ander Scandinavisch populair gebruik uit te proberen: ijszwemmen.

Naast wilde dieren ontdekt Freek in Zweden ook dieren die in de loop der tijd bevriend zijn geraakt met de mens. Zo belandt hij in een kudde met honderden rendieren. Deze sierlijke herten hebben zich helemaal aangepast aan het leven in een dik pak sneeuw. En wat is er mooier om die besneeuwde bossen te verkennen met sledehonden? Freek krijgt zijn eigen slee met huskyhonden en die rennen heel hard.