De heer Floren en de heer Goossens zijn buren. Als scheiding tussen hun achtertuinen is door Floren, met toestemming van Goossens, een schutting opgericht. Voorheen stonden daar een
.. show full overview
De heer Floren en de heer Goossens zijn buren. Als scheiding tussen hun achtertuinen is door Floren, met toestemming van Goossens, een schutting opgericht. Voorheen stonden daar een aantal hooggegroeide coniferen. Die zijn door Goossens gerooid, waarna hij een haag van ongeveer twintig kleine taxusboompjes heeft geplant. Floren vreest dat deze taxushaag in de toekomst problemen gaat veroorzaken: tegen de schutting duwende takken, wortel-doorgroei en het ontnemen van licht. Daarom meent hij dat de haag moet worden verwijderd, of in ieder geval verplaatst. Hij betwist bovendien ooit toestemming te hebben gegeven voor het planten van de haag. Goossens voelt er echter niets voor om tegen de babyblauwe schutting van Floren aan te moeten kijken en denkt er niet over zijn taxushaag weg te halen.