Tijl Beckand vertelt in Wenen over de raadselachtige opdrachtgever van het Requiem. In 1791 klopte een mysterieuze man aan de deur van Wolfgang Amadeus Mozarts Weense huis. Hij vroeg de componist in korte tijd een dodenmis voor hem te schrijven. Geld was geen probleem. Mozart zei ja, maar onrustige gevoelens kwelden hem. Was hij hier zijn eigen begrafenismuziek aan het componeren? Je zou het bijna denken, want niet lang daarna stierf hij. Zijn Requiem bleef onvoltooid achter. Leerling Franz Xaver Süssmayr zou Mozarts beroemdste werk afmaken. Tijl Beckand vertelt in Wenen over de raadselachtige opdrachtgever van het Requiem.

Tijl Beckand ging in Londen en Dublin op zoek naar de wortels van Händels beroemdste werk

Tijl Beckand ging naar het dorp van Peer Gynt en trok door het Noorwegen van Edvard Grieg.

Tijl Beckand zwerft door Praag, op zoek naar sporen van de Tsjech Antonin Dvorak. Het Stabat Mater is een middeleeuws gedicht over de moeder Maria die haar zoon Jezus aan het kruis ziet sterven. Het is inmiddels zo'n acht eeuwen oud, maar werd in die tijd door honderden componisten op muziek gezet. Het werd het symbool van de ouder die zijn kind verliest. En wie daarover kon meepraten, was de Tsjech Antonin Dvořák. In de tijd dat hij werkte aan zijn Stabat Mater stierven twee van zijn kinderen. Tijl Beckand zwerft door Praag, op zoek naar de sporen van die dramatische gebeurtenis en de indrukwekkende muziek die het opleverde.

Tijl Beckand loopt door Amsterdam in de voetsporen van Callas. De sopraan Maria Callas was groter dan opera. Ze is al bijna veertig jaar dood, maar de herinnering aan haar zang blijft vers. Mensen die niet weten wat opera is, kennen haar naam. Als een godin werd de diva in 1959 binnengehaald in Amsterdam, waar ze zong in het Concertgebouw. 'Callas is door de muzen uitverkoren', juichte een recensent. Tijl Beckand loopt door Amsterdam in de voetsporen van Callas.